Vijanden,

Ik trek mij van niemand wat aan want ik ben degene die dingen voor elkaar krijgt. Sommigen zeggen dat de dingen die ik voor elkaar krijg er niet toe doen, maar ik weet wel beter. Ik had een idee niet zo lang geleden. Ik had een idee en het was een goed idee. Het beviel me goed. Het idee keerde zich tegen me. Ik kan niet goed uitleggen waarom ik dat denk, het is meer een gevoel geloof ik. Het is meer een geloof, geloof ik. Het is meer en meer een geloof gaan worden. Een geloof in het gevoel dat het idee mij niet meer wilde. Het idee had mij als vader en ook al deed ik mijn best en bedoelde ik het goed, voor mijn zoon was het nooit goed genoeg. Hij tergde mij tot op het bot. In mijn kamer mocht de verwarming nooit aan. Hij duwde mij eens in een droge sloot.

Nu deel ik de lakens uit. Ik sta aan de top van de voedselketen. Ik voel me zo licht als een vogel, niet als een veer. Ik neig naar het melancholische, de licht geworden droefheid. Ik beschouw de dag als een woordgrap, de week als mop, de maand als humoristische anekdote, het jaar als een cabaretvoorstelling, de eeuw als Nieuwjaars-conference. Ik heb weinig vooroordelen. Ik vind ruimtevaart de meest overschatte manier van transport en waterman het meest onderschatte sterrenbeeld. Ik ben een slaaf van de muziek. Ik verafschuw de tweede dag van een dooiperiode, beproef graag methoden. Ik houd van mensen die ondermaats presteren, ik lieg over onnozelheden, ik praat mensen naar de mond, omarm het toeval, houd van orde. Orde is het enige dat ik liefheb. Slechts de orde steekt af en toe de handen uit de mouwen om mij te helpen. Het komt soms plotseling, maar vaak moet je lange tijd smeken.

Ik wou dat ik een tak bezat. Een zware tak waarmee ik eens wat orde op zaken kon stellen. Een tak als het instrument van de orde. De anderen zouden vol ontzag naar mijn tak kijken en huiveren. De tak zou rechtvaardig zijn werk doen. Mijn handen zouden min zijn de tak plus. De tak zou nooit meer weg gaan. Voor de tak zou ik een katoenen zak maken. Aan de zak zat een katoenen hengsel zodat ik hem beschermd zou kunnen dragen zonder te tak aan te hoeven raken. De tak zou zijn doel veilig en schoon bereiken. De tak zou zijn taak perfect uitvoeren. Wacht maar. Ik krijg u nog wel.

Frank Koolen, 2010